Peru: te mooi om over te slaan
In ons oorspronkelijke reisplan zouden we Peru overslaan omdat we dachten
dat het niet veilig genoeg zou zijn om door te fietsen. We zijn echter
veel reizigers tegengekomen die uit Peru kwamen en ons vertelden dat het
op het moment heelrustig is en het land te mooi is om over te slaan. Dat
deed ons besluiten toch naar Peru te gaan en de twee weken die we er nu
zijn hebben we inderdaad veel mooie en bijzondere dingen gezien. We hebben
niet alles op de fiets gedaan want ook hier zijn de afstanden groot en is
het land dun bevolkt. In Argentinie en Chili
was het veilig genoeg om wild te kamperen maar hier in Peru durfden we dat
niet aan.
We hebben het zekere voor het on-zekere genomen en een stuk met het
vliegtuig gedaan. Dat was best spannend want je moest maar afwachten of de
fietsen en acht fietstassen aan zouden komen. Gelukkig gaf het geen
problemen en zagenwe na een half uur vliegen de fietsen weer terug. Op
deze manier hebben we de altiplano (= hoogvlakte) en daarmee ook de kou
achter ons gelaten. Hoewel we nog op zo'n 2300 meter hoogte zitten kunnen
we toch in onze korte broek lopen en van de zon genieten. We zijn nu in
Arequipa, een mooie oude witte stad, opgetrokken uit lavasteen en zulen
hiervandaan langs de kust naar de hoofdstad Lima fietsen.
Titicacameer
Met mutsen op en handschoenen aan lieten we La Paz achter ons. Het
sneeuwde namelijk. Gelukkig trok de bui al gauw over en konden we de
tocht naar het Titicacameer droog voortzetten. Wel bleef het koud, want dit
meer, wat 180 km lang en 60 km breed is, ligt op een hoogte van 3812
meter.
Een deel van de grens tussen Peru en Bolivia loopt dwars door dit meer en
op een plaats is het zo smal dat je het met een pontje kan oversteken.
Dat leek ons leuk dus kozen we voor deze route. Dat hebben we geweten
hoor! Toen we bij de havenplaats aankwamen stond er een file van bussen,
vrachtwagens en minibusjes en het hele plein zag zwart
van de mensen. Het bleek te hard te waaien en de oversteek werd niet
gemaakt. De boten die voor het overzetten van het verkeer worden gebruikt
zijn namelijk zo gammel en hebben zo'n zwakke motor dat het bij windkracht
vier al gevaarlijk wordt om er mee te varen. Het zijn grote platte
vierkante schuiten waar precies een bus op past. De passagiers uit de bus
worden apart in kleine bootjes vervoerd en op deze manier heeft het hele
dorp broodwinning. Dat is ook de reden waarom de bouw van een brug
tegengehouden wordt. Na drie uur wachten werd eindelijk groen licht
gegeven en konden we onze fietsen samen met
een vrachtwagen op de pont rijden. Er was nog aardig wat golfslag, de
schuit lag maar zo'n 20 cm boven water en de vrachtwagen stond behoorlijk
te schommelen.
De route langs het meer was prachtig met een hoge bergketen op de
achtergrond en vissersbootjes in het water. Het riet dat langs de oever
groeit wordt voor allerlei doeleinden gebruikt en we zagen mannen
door het water waden, een stapel riet voor zich uit duwend. "Hé gringo",
riepen ze en dat werd ons vaker nageroepen.
Het klinkt als een scheldwoord maar zo is het meestal niet bedoeld. Het is
een groet zoals 'hé mister' en wordt bij alle vreemdelingen (blanken)
gebruikt.
De Peruanen zijn wat dat betreft veel opener dan Bolivianen. In Bolivia
werden we alleen maar nagekeken en zelden aangesproken.
In het Titicacameer ligT, een stukje uit de kust, een dertigtal drijvende
rieteilanden. Aan deze eilanden hebben we een bezoek gebracht om te zien
hoe de mensen daar leven. Echt alles is van riet: de huizen, de boten en
ook de eilanden zelf. Elke drie maanden wordt een nieuwe bovenlaag op het
eiland aangebracht omdat de onderste laag dan weggerot is.
Als je er loopt voel je de bodem heen en weer veren!
Machu Picchu
Machu Picchu, of 'De verloren stad van de Inca's, is de grootste en meest
bekende Inca-ruine van Zuid-Amerika.
Pas 350 jaar nadat de Spanjaarden de stad ingenomen en leeggeplunderd
hadden is hij weer ontdekt. Dit is eigenlijk ook geen wonder, want Macchu
Picchu ligt hoog in de bergen, welke dichtbegroeid zijn. De
treinreis erheen was heel bijzonder. Om het dal uit te komen moest de
trein een aantal keren voor- en achteruit manoeuvreren de berghelling op.
Tijdens de rit zie je hetlandschap veranderen van kaal naar meer en meer
begroeid en de bewoning wordt steeds minder. Het eerste deel van de reis
wordt er regelmatig op stationnetjes gestopt en staan de inwoonsters
van de dorpjes klaar met truien, borduurwerken, mate-de-coca,
warme maiskolven en andere etenswaren. Het is dan een drukte van belang
en heel leuk om te zien. |
Bij het eindstation moet er nog zo'n 700 meter geklommen worden om de ruines te bereiken. De Inca's hadden een bijzondere bouwstijl: grote stenen werden zodanig op elkaar gestapeld dat er geen kier tussen zat en het gebouw toch zo stevig was dat het aardbevingen kon doorstaan. Op de steile heuvels rond Machu Picchu kun je nog resten zien van 'terrassen'. Het geeft het idee van een trap en op de vlakke 'treden'konden zodoende gewassen worden verbouwd. Deze manier van landbouw vind je in heel Peru terug en wordt nog steeds toegepast.
Loek en Helene.