Loek verbijsterd: 'Ik ben overvallen!'

Het is altijd lekker afdalen na een lastige, lange klim. Alleen op onverharde wegen heb je er niet zoveel voordeel van omdat je heel vaak moet remmen voor gaten in de weg of puntige stenen. Een of twee lekke banden zijn dan heel gewoon. Pats! Ik hoor mijn band leeglopen en zie tegelijk Loek om de bocht verdwijnen. Mijn geroep heeft geen effect, want hij hoort me niet meer. Kwaad begin ik naar beneden te lopen; hij heeft tenslotte de bandenplakspullen.

Eindelijk zie ik hem terug komen fietsen, een verbijsterde blik in zijn ogen: 'Ik ben overvallen!' Ongelovig kijk ik hem aan, denkend dat hij een geintje maakt, maar de uitdrukking op zijn gezicht zegt eigenlijk genoeg.

Twee mannen hebben hem gedwongen te stoppen onder bedreiging van een pistool en een grote stok. Gewoon op klaarlichte dag op een niet eens zo verlaten weg! Regelmatig waren ons toch bussen voorbij gekomen. Geld wilden ze hebben. Ze waren nogal gehaast en zenuwachtig dat er een auto langs zou komen.
Door Loek zijn getreuzel moesten ze genoegen nemen met een portemonnee waar maar weinig geld in zat. We hebben namelijk twee portemonnee's: een voor dagelijks gebruik en een waar een beetje geld in zit voor het geval we overvallen zouden worden.
Niet denkend dat dat ooit zou gebeuren. En dan overkomt het je toch! Meteen is er de angst. En het vertrouwen in de mensen is weg. In elke wandelaar zie je een overvaller en het plezier in het fietsen ben je toch wel even kwijt.
We hebben dan ook een paar dagen rust genomen om te bedenken wat we de laatste maand zouden gaan doen. We besloten verder op de geasfalteerde hoofdweg te blijven en ons plan om door de jungle te gaan fietsen hebben we maar laten varen. Het oerwoud van Ecuador hebben we wel bezocht, doch nu met een georganiseerde toer.

Oerwoud
Om een beetje dieper het oerwoud in te gaan moesten we eerst eens stuk met de bus afleggen. Het deel van het Amazonegebied wat wij bezochten ligt op de grens van Ecuador en Colombia. Het is tevens een bekende smokkelroute voor drugs en er zijn dan ook meerdere militaire controleposten. Bij elke controle moet iedereen de bus uit en worden de identiteitspapieren nagekeken. Op de terugweg werd de bus grondig nagekeken en moest iedereen zijn bagage op straat neerzetten. Mannen en vrouwen werden gesommeerd ieder aan een kant te gaan staan en de vrouwen werden om de beurt naar binnen geroepen om gefouilleerd te worden. Ook ik. Het rijtje mannen werd buiten afgewerkt waarbij iedereen met zijn handen omhoog ging staan. Behalve Loek,want die bleef achteloos met zijn handen in zijn zakken achter de soldaten staan om te zien wat er zou gebeuren.
Niets, en hij was dus de enige die niet gefouilleerd werd. De tassen waren inmiddels opengemaakt en een grote herdershond werd er op los gelaten. Al snuffelend dook hij met zijn snuit in elke tas opzoek naar drugs. In onze bus zaten geen smokkelaars. Het oerwoudtochtje zelf (vier dagen op een bootje) viel tegen.

Het gebied is een nationaal park en dus beschermd gebied. Echter alleen op papier. Er zouden niet meer dan veertig toeristen tegelijk in het park toegelaten mogen worden, maar we hebben er wel tachtig gezien. Wie betalen wil komt er toch wel in. Het was dus te druk met bootjes om veel wild te zien. Wat we gezien hebben zijn toekans,papegaaien en apen. Ze zijn schuw en bovendien zijn er niet veel meer omdat de Indianen die er leven, ze vangen en voor veel geld (illegaal)verkopen. Daarnaast wordt er in het gebied olie gevonden en ook de oliemaatschappijen vormen een grote bedreiging voor dit deel van het Amazone-woud. Jammer, want het is er erg mooi.

Terug in de hoofdstad werden we weer eens geconfronteerd met de schrijnende armoede die er heerst. We hebben tijdens onze reis, en zeker de laatste maanden, veel armoede en bedelaars gezien. In de grote steden zie je op bijna elke hoek van de straat bedelaars zitten. Vaak ook gehandicapte mensen die hier maar moeten zien hoe ze aan hun kostje komen.

Regelmatig komen kinderen of vrouwen bijje aan tafel bedelen wanneerje in een restaurant zit te eten. Meestal worden ze door de obers met bruut geweld naar buiten gewerkt en kun je weer rustig verder eten. Maar wel met minder plezier. Soms komen ze pas binnen als ze zien dat je klaar bent met eten. De restjes en uitgekauwde vetrandjes worden in een mok gedaan en met een 'gracias' verlaten ze het restaurant om buiten op te eten wat wij lieten liggen.

Naarhuis
Nog twee weken scheiden ons van een lekkere bak, op z'n Hollands gezette koffie, want zelfs in het koffieland Colombia is de koffie niet te drinken. Maar voor we in het vliegtuig stappen gaan we eerst nog een paar dagen nagenieten op het kokospalmenstrand van Ecuador.

(Dit artikel werd op 15 September geschreven, red.)