Politiek als wiskunde
Mark Kranenburg
NRC 4 februari 1999
Een van de treurigstemmende momenten tijdens een Nederlandse
verkiezingscampagne is wanneer het Centraal Planbureau de doorrekenigen
van de diverse partijprogramma's gereed heeft. Zonder enige relativering
gaan partijen met de uitkomsten van de modelmatige computerberekeningen
aan de haal.
Meer banen, meer economische groei, minder belastingdruk, minder
milieubelasting; voor elke partij leveren de exercities van het Planbureau
wel ergens een gunstig tabel op. En daar gaat het de vrijwillig
geexamineerde partijen tenslotte om: zoals een wasmiddel goedgekeurd moet
zijn door de Nederlandse Vereniging van Huisvrouwen, moet een
verkiezingsprogramma voorzien zijn van het goedkeuringsstempel van het
Centraal Planbureau.
Partijen hebben daar veel voor over, onthulde PvdA-fractievoorzitter
Melkert onlangs tijdens een boekprestatie in Den Haag. Volgens hem wordt
er enorm aangerommeld met al door partijen vastgestelde programma's
om ze maar in het model van het Planbureau te kunnen laten passen. Aan
dat `Planbureau-freundlich' maken van patijstandpunten komt geen
achterban meer te pas. Al weer een reden om af te stappen van de dominantie
door het Planbureau, vond Melkert.
Een nobel streven, dat wel altijd een streven zal blijven. Het merendeel
van de Nederlandse politici is nu eenmaal verslaafd aan modellen en
toekomstberekeningen. Het doorslaggevende argument is een politiek
debat is nog altijd ,,dat onderzoek heeft uitgewezen''. Of dat onderzoek
op iets gebaseerd doet niet ter zake. Het dwepen met onderzoekresultaten
doet het in alle gevallen stukken beter dan het hanteren van en principiele
stellingname.
Tegen de achtergrondvan dit mathematisch denken moet ook de ophef rondom
de werkzaamhedenvan het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu
(RIVM) worden bezien. Dit 'milieuplanbureau' bedient zich van ,,leugen
en bedrog" door in uitkomsten door in uitkomsten onvoldoende te laten
doorklinken dat deze zijn gebaseerd op aannames en niet op feiten, zei
RIVM-medewerker De Kwaatsteniet in het dagblad Trouw. En direct ging het
licht in kippenhok Den Haag weer aan: spoedoverleg, Kamervragen,
verontrusting. Het gaat nu niet om de vraag of het RIVM nu wel of niet
voldoende voorbehouden maakt bij haar werkzaamheden; het instituut zelf
beweert van wel. Wat de dissidente RIVM-mederwerker vooral nog eens heeft
duidelijk gemaakt is dat onderzoeksuitkomsten nooit geheel waardevrij
zijn.
Het is eigenlijk heel simpel: output is afhankelijk van de input. Als de
input (gedeeltelijk) bestaat uit aannames en niet uit vaste gegevens is
dat dus een beinvloedbare en daarmee subjectieve factor. Nieuw? Absoluut
niet. Het toont alleen nog steeds aan dat modelberekeningen niet meer dan
model-berekeningen zijn en ook als zodanig moeten worden beoordeeld. Maar
op dit puntgaan veel politici in de fout: de modeluitkomst gaat fungeren
als zaligmakende waarheid. De Kwaatsteniet heeft dan ook niet zo zeer
zijn eigen instituut de spiegel voorgehouden, als wel de politici die zich
laven aan theoretische rekenuitkomsten.
De discussie over de uitbreiding van Schiphol heeft dat de afgelopen
jarenkeer op keer laten zien. `Kosten-eenheden',daar draaide het volgens
elke ingewijde politicus allemaal om. Als die ooit door ambtenaar Kosten
ontworpen geluidszone werd gepasseerd zal Schiphol met een probleem.
Totdat een jaar geleden steeds meer critici erop wezen dat de door Kosten
gehanteerde normen op sommige plekken nogal fictief en daarom discutabel
waren. Het kabinet koos vervolgens voor een `realistischer' model en zie,
voorheen onaantastbare standpunten bleken opeens opgemerkt te kunnen worden.
Schiphol mag groeien omdat het rekenmodel is veranderd.
Niets heeft zo'n verstikkende uitwerking op het politieke debat als dit
dwangmatige denken. Het maken van toekomstig beleid - en wat doen politici
anders - is altijd in zekere mate een sprong in het duister. In het zicht
van het onbekende moeten politieke keuzes worden gemaakt. Maar Nederlandse
politici hebben een bijna maniakale behoefte die keuze te laten bepalen door
een op voorhand berekende uitkomst, die nooit de werkelijke uitkomst zal
zijn.
Conform deze wiskundige benadering zal de komende tijd het ook het debat
over het rekeningrijdengevoerd worden. Het idee achter dit systeem, waarover
al jaren wordt gesproken, is dat door middel van prijsmechanisme de spits
meer gespreid kan worden, waardoor het fileprobleem wordt verminderd. Op zich
is dit een vrij logische gedachte, waarvan alleen in de praktijk kan worden
vastgesteld of en in welke mate het werkt. Niets is immers onvoorspelbaar als
het gedrag van de mens, laat staan als deze in een auto zit. Zo niet minister
van Verkeer en Waterstaat in het wetsvoorstel rekeningrijden dat vorig jaar
december bij de Tweede Kamer werd ingediend. Na eerst gesproken te hebben
over ,,globale berekeningen'' worden enkele regels verder al ,,conclusies''
getrokken. Een van die conclusies luidt dat het aantal file-uren in de
Randstad met 42 procent zal verminderen als autorijden in de spits vijf
gulden gaat kosten. Let wel: geen 43 procent of 41 procent, maar 42 procent!
Het hoeft geen verwondering te wekken dat de rekenmeesters die in opdracht
van Verkeer en Waterstaat hebben gewerkt (het onderzoek werd vanzelfsprekend
naar goed Haags gebruik privaat uitbesteed aan een `consulting
group') ook konden concluderen dat bij een tarief van 2,50 per keer
65 procent van de gedragsverandering bij de automobilist tot uiting komt
in een ander vertrek tijdstip.
Het zijn schijnzekerheden die slechts vertroebelend werken op de principiele
keuzevraag die aan rekeningrijden ten grondslag ligt. Want wat zegt
VVD-woordvoerder Hofstra? Als de genoemde cijfers niet worden gehaald, moeten
we van het rekeningrijden afzien. Niet de richting is blijkbaar belangrijk,
maar het getal.
Zo cijferen we in Nederland letterlijk alles weg: van asielzoekers tot
WAO'ers, van filekilometers tot aantallen vliegbewegingen in de randen van
de nacht. In politiek bedrijven heeft het land zich nooit te sterk getoond,
maar rekenen kunnen we als de beste.
Contact informatie:
Kees
Vuik
Terug naar de wi1149
pagina of de
home page
van Kees Vuik
Laatst aangepast op 29-03-2001 door Kees Vuik
Deze pagina is getyped door Jacolien Vuik