Genetisch netwerk embryo-ontwikkeling nagebootst

Sander Voormolen
NRC 15 juli 2000

Het is een voorproefje van hoe het straks verder zal moeten als alle genen van een organisme bekend zijn, maar nog altijd onduidelijk is hoe het samenspel van al die genen kan leiden tot het ontstaan van een compleet organisme. Een groep Amerikaanse mathematisch biologen simuleerden in de computer de interactie tussen vijf genen die betrokken zijn bij de de patroonvorming in de embryonale ontwikkeling van het fruitvliegje (Nature, 13 juli).

Het genetisch mechanisme van de embryonale ontwikkeling van het fruitvliegje is inmiddels redelijk in kaart gebracht, maar het bleek een hele opgave dit in silico (in de computer) na te bootsen. Van de vijf fruitvlieggenen, met namen wingless, hedgehog, engrailed, cubitus interruptus en patched, is nauwkeurig bekend welke eiwitten zij produceren en hoe die elkaar activeren en remmen. Het samenspel van deze vijf genen leidt tot een ordelijke ontwikkeling van het embryo. Er ontstaat een aaneenschakeling van segmenten met een moleculair gedefineerde voor- en achterkant.

Het probleem is dat moleculair biologen wel de een op een relatie tussen twee eiwitten of tussen een eiwit en een gen experimenteel kunnen vaststellen, maar hoe het complete samenspel van deze genen en eiwitten tot de segmentatie leidt, was tot nu onbekend. De modellering bleek voorwaar geen simpele taak. ``Naarmate onze kennis toeneemt, beginnen tekeningen van genregulatienetwerken steeds meer te lijken op explosies in een spaghetti-fabriek'', aldus het bijbehorende commentaar in Nature.

Voor het relatief simpele model van het fruitvlieg genen-netwerk moesten de mathematisch biologen 136 vergelijkingen in de computer programmeren. Het werd zo complex omdat het maar liefst 48 `vrije parameters' bevatte: biologische eigenschappen van de betrokken genen en eiwitten die nog niet bekend zijn en dus geschat moesten worden. Het ging daarbij ondermeer om de halfwaardetijd van boodschapper-RNA's en eiwitten en bindingssnelheden.

Bij een eerste poging slaagden de wetenschappers er niet in om met het model een stabiel patroon op te wekken dat het ontstaan van segmenten zou kunnen verklaren. Na enig gepuzzel en gegraaf in de moleculair biologische literatuur vonden de onderzoekers een oplossing. Het model werd aangevuld met twee terugkoppelingsmechanismen, waarvan het bestaan door biologen wel vermoed werd, maar nooit onomstotelijk is bewezen. Uit 240.000 willekeurig gekozen parametersets kwamen 1192 stabiele `oplossingen' naar voren. Gezien de grote onzekerheden die in het model verwerkt zijn, is dit aantal goede oplossingen verassend groot. De gen-gestuurde ontwikkeling blijkt een zeer robuust netwerk: uiteenlopende parameterwaarden en uitgangcondities bleven leiden tot segmentvorming. Dat kan verklaren waarom de segmentatie in de embryonale ontwikkeling van gewervelde dieren zo sterk lijkt op die van de fruitvlieg, toch een heel ander diertje.

Contact informatie: Kees Vuik

Terug naar de wi1149 pagina of de home page van Kees Vuik

Laatst aangepast op 29-03-2001 door Kees Vuik

Deze pagina is getyped door Thea Vuik